Hoe aspecten uit de tempeldienst ons kunnen inspireren tot diensten waarin de ontmoeting met God centraal staat.
Het is zondagochtend vijf voor tien. Je loopt de zaal binnen en zoekt een plekje. De muziek begint te spelen, je zingt de liederen mee, luistert naar de preek en de mededelingen en na ruim een uur loop je de zaal weer uit.
Het is maandagochtend. Wat weet je nog van dat zondagochtend uurtje? Wat is er blijven hangen? Wat is er veranderd? Wat was het nut en de waarde van deze bijeenkomst? Is het vooral de fijne herinnering, goede muziek of de mooie toespraak? Of is er een besef dat er een wezenlijke ontmoeting was? Een tijd van echte communicatie waarin je wat hebt kunnen brengen maar ook iets ontvangen hebt?
Als je bij de voorbereiding van de liturgie betrokken bent, zijn dit hele belangrijke vragen. Hoe kunnen we onze samenkomsten zo inrichten dat ze er echt toe doen, dat ze verschil maken in ons leven? Ik wil vanuit het voorbeeld van de vroegere tempeldienst een aantal aspecten aanreiken die ons hierbij kunnen helpen.
De tempeldienst In de tijd van het oude testament was een bezoek aan de tempel een heel ritueel. Het ontbreekt hier de ruimte om hier alle details te bespreken en er heel diep op in te gaan, maar ik wil er een aantal aspecten uit lichten die ook voor onze eredienst van belang zijn. Deze kunnen ons helpen een logische en vloeiende lijn in de dienst te creëren. Voorop staat dat het niet om de rituelen zelf gaat, maar om een werkelijke ontmoeting met de levende God. De tempel werd gebouwd met de tabelnakel van Mozes als voorbeeld. Mozes moest de tabernakel bouwen aan de hand van het hemelse model dat hij te zien kreeg. De opbouw en de inrichting van de tabernakel en de tempel laten zien dat er een logische lijn is van de poort tot in het heilige der heilige. Door wat Jezus voor ons heeft gedaan zijn we vrij van de verplichtingen van de wet en mogen we in vrijmoedigheid tot God naderen. Het voorbeeld van de tempeldienst kan ons echter helpen hoe we vanuit het allerdaagse leven ons op God kunnen richten. Hoe we als mens deze vrijheid mogen ontdekken en in heel ons wezen kunnen laten doordringen.
1. Lofoffers en dankoffers: de aandacht op God richten. Allereerst is de tempel een plaats waar dankoffers gebracht werden. Dit betekent voor onze dienst, dat we een keuze maken om God te eren en te danken in onze liederen. We zetten God centraal door liederen die over Hem gaan en moedigen elkaar daarmee aan om onze aandacht naar Hem te richten. De bijbel spreekt vaak over lofofferen en over met een loflied Zijn poorten binnen te gaan. Dit betekent dat het ons tijd en inspanning kost om ons werkelijk helemaal naar God uit te strekken. We komen vanuit onze dagelijkse bezigheden en zorgen naar de dienst. We zullen moeten omschakelen om het besef tot ons door te laten dringen dat we nu in Gods aanwezigheid komen. Om deze reden kan het beter zijn de praktische mededelingen aan het einde van de dienst te plannen of op papier mee te geven. Hierdoor worden aan het begin van de dienst, onze gedachten niet afgeleid. Natuurlijk zijn er zaken die de hele gemeente aangaan die hun plek behoren te krijgen maar het is goed om daar heel bewust mee om te gaan zodat de samenkomst ook echt een eredienst aan God blijft.
2. Zoenoffer: vergeving vragen en ontvangen. Verzoening en het brengen van een zoenoffer had een belangrijke rol in de tempel. Voor ons geldt dat het offer van Jezus voor eens en voor altijd voldoende is en ons vrijmaakt van onze zonden. Juist daarom is het heel belangrijk om daar steeds weer bij stil te staan.We komen in de aanwezigheid van een heilige God. Het is heel belangrijk te beseffen wat dat inhoudt. Dit doen we door ruimte te nemen voor verootmoediging en (in stilte) onze zonden en onze gebrokenheid te belijden. Dit kan ook heel goed in een lied tot uitdrukking gebracht worden. Als we dit aspect verwaarlozen kan de dienst tot een vorm van entertainment worden. We hebben dan vooral een plezierige tijd met elkaar en gaan voorbij aan de strijd en het lijden die in de werkelijkheid van het leven een belangrijke rol spelen.
3. Reukoffer: God aanbidden. In het heiligdom van God brandde een voortdurend reukoffer.Dit staat symbool voor onze aanbidding. God verlangt naar onze onverdeelde liefde. Het hele Oude Testament beschrijft hoe God voortdurend op zoek is om zijn volk te bereiken, dat steeds maar weer afdwaalt. Hij wil dat ons hart volkomen naar Hem uitgaat en dat dit uit heel ons leven blijkt. God heeft ons muziek als een van de uitdrukkingsvormen gegeven waarin we ons hart naar Hem kunnen uitzingen. In de psalmen vinden we veel voorbeelden hoe we zowel persoonlijk als gemeenschappelijk ons tot God mogen richten. Het is belangrijk dat er tijd in en plaats in de dienst is waar het niet over God gaat, maar waar we tot God zingen en spreken. De winst van hedendaagse aanbiddingsliederen is dat die heel dicht bij ons staan en persoonlijke gevoelens tot uitdrukking brengen. Het gevaar is dat het soms meer om ons gevoel gaat dan om wie God is. Een zorgvuldige balans in de keuze van liederen en goed doordachte opbouw in de teksten van de liederen die we zingen zijn hier zeker op zijn plaats.
4. God spreekt: verkondiging. Mozes had het bijzondere voorrecht om regelmatig het heiligdom van de tabernakel binnen te gaan. Daar sprak God rechtstreeks tot Hem. Dit laat iets zien van Gods verlangen. Wij mogen ons tot God uiten, maar God wil ook tot ons spreken. Dit vergt een heel bewuste houding. Voor een goede communicatie is een open en luisterende houding nodig. God spreekt op heel veel verschillende manieren, door Zijn woord, door prediking, door liederen, getuigenissen of gebeden. Het is belangrijk in de voorbereiding en toonzetting van de dienst een verwachtende en verlangende houding te hebben naar wat Hij persoonlijk tot ons en tot ons als gemeente te zeggen heeft. Nemen we tijd en ruimte om ook werkelijk te luisteren, of zijn we vooral druk bezig onze eigen dingen te doen? Wat nog belangrijker is, zijn we bereid om ons aan te laten spreken en gehoorzaam te zijn in wat Hij van ons vraagt? Dit kunnen we praktisch maken door het te benoemen of door een lied waarin we deze houding uitspreken, b.v. voorafgaand aan of na de preek. Een moment van stilte kan ons bewust maken en helpen te luisteren en Gods spreken te verstaan.
5. God zegent: God zendt ons uit. In Numeri 6 staat hoe de priesters een zegen over het volk van God moesten uit spreken. Zo werd de naam van God op het volk gelegd. Zo sluiten we onze dienst met een zegen af, we mogen als gezegende mensen onze weg vervolgen. We dragen de naam van de Heer; Jahweh, dat betekent dat Hij bij ons is en blijft. Ook op maandagmorgen en de rest van de week mogen we, midden in deze wereld, Zijn liefde zichtbaar maken.
Praktische aanwijzingen om lijn in de liturgie te brengen: * Er is tijd nodig om te komen van kiezend lofprijzen naar ontmoetend aanbidden. Vaak betekent dit meerdere liederen achter elkaar zingen. Verbind deze door muzikale bruggetjes en zorg door een doorgaand geheel, zo min mogelijk onderbreken, alleen waar nodig de liederen aankondigen, liever de liederen zelf laten spreken. * Zorg voor een verbindende lijn door de liederen heen (muzikaal, ritmisch, tekstueel). De tempeldienst is een beeld dat ons hierbij kan helpen, er zijn ook andere beelden zoals bv. psalm 130 of psalm 98 die een bepaalde lijn weergeven. * Een goed doordachte keuze van muziekstijlen en liederensoorten (uit diverse bundels) is belangrijk. De gekozen vormen en stijlen moeten de gemeenteleden helpen om God te aanbidden; passend bij hun cultuur en beleving, passend bij het moment en de intentie van de dienst. Ook de muzikale sfeer draagt bij tot het maken van een doorgaande lijn in de dienst. * Houd rekening met het thema van de dienst, soms kan dit heel intensief en uitgedacht, soms zijn een paar raakvlakken al voldoende. * Zoek Gods leiding vooraf en stel je ook tijdens de dienst open voor Zijn leiding, wees flexibel. * Het is goed als de verzorging van de muziek binnen de liturgie in teamverband wordt verzorgd. Dit helpt eenzijdigheid voorkomen. Tevens krijgen zo meer mensen de gelegenheid hun gaven op dit gebied te ontwikkelen. * Probeer andere creatieve uitingsvormen een plek te geven waar mogelijk. In de tijd van de tempel speelde bijvoorbeeld ook kunstige voorwerpen, banieren, dans en dichtvormen een rol. * Zorg voor evaluatie op een geschikt moment. 01-2008 Filip Leenman, mmv Bart Visser.
|